Kinderalimentatie
De verzorgende ouder kan een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen vragen van de niet-verzorgende ouder. De hoogte van dekinderalimentatie is afhankelijk van het netto gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk, de leeftijd van de kinderen en de financiële situatie van beide ouders na de scheiding. Men kan daar zelf afspraken over maken.
Een alimentatieberekening is niet altijd even eenvoudig. Een advocaat kan nadere informatie verstrekken over de mogelijkheden en uitgangspunten welke in acht moeten worden genomen. Als men er niet samen in goed overleg uit kan komen, zal de rechter uiteindelijk een bedrag vaststellen.
Sinds 1 april 2013 wordt kinderalimentatie als volgt berekend.
-
Eerst dient het netto besteedbaar gezinsinkomen (NBI) te worden vastgesteld. Het netto gezinsinkomen wordt gevormd door het netto besteedbaar inkomen van de ene ouder op te tellen bij het netto besteedbaar inkomen van de andere ouder op het moment van uit elkaar gaan. Het netto besteedbaar inkomen is het bruto inkomen (inclusief inkomsten uit vermogen) verminderd met daarover verschuldigde premies en belastingen en vermeerderd met eventuele heffingskortingen die de niet verdienende partner had. Bijtelling van een bijvoorbeeld een auto voor de zaak en eventuele fiscale voordelen in verband met een eigen woning worden buiten beschouwing gelaten;
-
Aan de hand van een tabel waarbij wordt uitgegaan van het netto besteedbaar gezinsinkomen inclusief het kind gebonden budget kan de behoefte van een kind worden afgelezen. De niet dagelijks verzorgende ouder krijgt een zorgkorting. De zorgkorting wordt bepaald op grond van de mate waarin die ouder mede voor de kinderen zorgt. De zorgkorting varieert van 15% bij gemiddelde omgang van 1 dag per week tot 25% bij een omgang van twee dagen in de week en 35% bij een omgang van drie dagen of meer in de week;
-
De draagkracht van ieder der ouders wordt bepaald aan de hand van een tabel. Men dient het NBI van iedere ouder afzonderlijk vast te stellen. Vervolgens vindt men in een tabel de bij dit NBI behorende draagkracht. Het systeem gaat derhalve niet uit van de werkelijke lasten maar van forfaitaire lasten. Dit kan af en toe tot onredelijke situaties leiden op grond waarvan een aanpassing dient plaats te vinden;
-
De behoefte wordt verdeeld over de draagkracht van beide ouders. Iedere ouder wordt verondersteld naar rato van haar of zijn draagkracht in de behoefte van het kind te voorzien. De niet dagelijks verzorgende ouder betaalt het bedrag uit de tabel verminderd met de zorgkorting aan de dagelijks verzorgende ouder. Is de gezamenlijke draagkracht lager dan de behoefte van het kind, dan wordt de bijdrage van de niet dagelijks verzorgende ouder met een evenredig deel van de zorgkorting verminderd.
Kinderen tussen de 16 jaar en de 18 jaar mogen hun mening omtrent de kinderalimentatie ook kenbaar maken aan de rechtbank.
Kinderalimentatie voor meerderjarige kinderen
De rechter kan ook bepalen dat kinderalimentatie voor meerderjarige kinderen moet worden betaald. Aan de betaling van deze alimentatie kan de rechter ook voorwaarden stellen. De alimentatieplicht voor kinderen stopt in beginsel als het kind de 18-jarige leeftijd bereikt heeft. Maar de verantwoordelijkheid voor financiële bijdragen aan de opvoeding van het kind houdt uiteindelijk pas op wanneer het kind 21 jaar wordt. Vanaf 18 jaar kan het kind zelf aanspraak maken op alimentatie.