Co-ouderschap
Een andere vorm van een omgangsregeling is het co-ouderschap. Bij co-ouderschap wonen de kinderen evenveel bij beide ouders. De omgang is dan dus gelijk over beide ouders verdeeld.
Ook hierbij zijn verschillende mogelijkheden om uitvoering te geven aan de omgangsregeling. Zo kunnen de ouders afspreken dat de kinderen de ene week bij de vader zijn en de andere week bij de moeder. Het is echter ook mogelijk om de week te delen. Dan zijn de kinderen bijvoorbeeld van zondag tot woensdag bij de moeder en van woensdag tot zondag bij de vader. Voor het welslagen van een co-ouderschapregeling moeten de ouders goed met elkaar kunnen communiceren en in staat zijn om één lijn te trekken richting de kinderen. Voorts is het belangrijk dat de kinderen zich goed voelen bij de regeling. Dit vereist veel overleg en een goede omgang met elkaar. Helaas is dat vaak een probleem bij een echtscheiding, zeker kort na de scheiding. Het is daarom belangrijk om op van tevoren heel goed de voor- en nadelen van een co-ouderschapregeling af te wegen. Een co-ouderschapsregeling kan worden afgesproken en vastgelegd in het echtscheidingsconvenant en hetouderschapsplan.
Als ouders niet meer bij elkaar zijn, dient de niet verzorgende ouder kinderalimentatie te betalen. Bij co-ouderschap kan dit anders liggen.
Overheidsinstanties gaan niet allemaal op dezelfde wijze met co-ouderschap om. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) die de kinderbijslag uitkeert, verdeelt deze in geval van co-ouderschap gelijkelijk over beide ouders. Andere overheidsinstanties doen dat niet. Zo geeft de belastingdienst de heffingskorting aan degene bij wie het kind het langst woont per jaar. Over de heffingskorting zullen door de ouders afspraken moeten worden gemaakt. Een advocaat kan meer vertellen over de financiële consequenties van co-ouderschap.